Stap het taalhuis binnen
SINT WILLEBRORD - Marco Albers uit Sint Willebrord vond het lastig om te lezen en te schrijven. "Ik heb er eigenlijk altijd moeite mee gehad, maar ik merk dat je het steeds vaker nodig hebt." Ook wist hij niet zo goed waar hij kon worden geholpen om deze vaardigheden te leren. Een jaar geleden startte hij in een nieuwe baan als hovenier bij de gemeente Etten-Leur. Collega’s zagen dat hij moeite had met lezen en schrijven en gaven hem een duwtje om ermee aan de slag te gaan. Hij stapte daarom binnen bij het Taalhuis in de Nieuwe Nobelaer.
DOOR MONIQUE JANSEN
In het Taalhuis werd Marco gekoppeld aan vrijwilliger Jac de Bruin, een gepensioneerd docent Nederlands. Tussen de twee ontstond meteen een klik. "Ik heb Marco gevraagd om vanuit huis iets mee te nemen wat hij moeilijk kon lezen. Hij nam het duivenblad mee, we bleken allebei een passie voor de duivensport te brengen", vertelt Jac. Het duivenblad was inderdaad lastig om te begrijpen. Daarom begonnen Marco en Jac met het lezen van Nederlands op het laagste niveau. "We kijken niet alleen naar lezen, maar ook naar het begrijpen van een zin", legt Jac uit. Marco maakte al snel vorderingen. In de tussentijd klom hij drie niveaus hoger! Wekelijks komen Marco en Jac bij elkaar in het Taalhuis voor leesoefeningen en uitleg. Tussendoor traint Marco op de computer. Hij vindt het nu wel leuk om taal te oefenen. Voor Marco is het extra lastig, omdat hij last heeft van dyslexie. In zijn schooltijd werd daar geen rekening mee gehouden. Daarom moest hij echt een drempel over.
Vanaf maart tot aan de zomer lagen de activiteiten van het Taalhuis gedeeltelijk stil door de coronacrisis. In de tussentijd oefende Marco thuis. Ook had hij contact met Jac via beeldbellen. Marco begon met de lessen, omdat hij zichzelf graag beter wil redden.
Daarnaast vindt hij het belangrijk om zijn nu driejarige zoon Teun te kunnen voorlezen en later te kunnen helpen bij het maken van huiswerk. In de coronatijd las Marco voor het eerst zelf voor aan Teun. Jac kon dit moment volgen via de telefoon. "Ik vond het prachtig om te zien. Daar doe je het allemaal voor!"
Inmiddels staat Marco voor een nieuwe uitdaging. Hij start met het opnieuw leren schrijven: "Op dit moment laat ik bijvoorbeeld mijn vrouw formulieren invullen. Dat wil ik straks graag zelf kunnen. Ook zou ik graag een langere app willen versturen in plaats van alleen een kort bericht." Marco kan inmiddels veel meer: "Zo heb ik ook mijn eerste boek gelezen. Vroeger vond ik lezen niet leuk, maar dat kwam omdat ik het niet snapte." Hij roept anderen op die ook moeite hebben met lezen en schrijven om bij het Taalhuis om hulp te vragen: "Je wereld wordt er zoveel groter van."
Taalhuis
Het Taalhuis wil graag nog meer mensen bereiken die moeite hebben met lezen en schrijven. "Wij kunnen ze helpen met oefenen of verwijzen voor bijvoorbeeld een cursus bij Curio", vertelt taalhuiscoördinator Karin Florie. In de week van het Lezen en Schrijven is er extra aandacht voor deze groep. Dat gebeurt maandag 7 september met een wandeling langs een aantal minibiebs van Etten-Leur, woensdag 9 september met 'Op de Koffie'bij Marco en Kamila vanaf 11.00 uur vertellen over het leren van de taal in de bibliotheek en donderdag 10 september met lancering van het App-café.
Studentenhuis vs. dorp
Studentenhuis vs. dorp Begin vorig jaar verhuisde ik van mijn studentenhuis met 11 man in het altijd gezellige Utrecht naar een piepklein dorpje in de buurt van Gouda. Het was een super grote beslissing voor mij en mijn vriend om te gaan kopen, maar we kochten een mooi huis wat vergeleken met de prijzen in de stad zo veel meerwaarde had. De eerste maanden dat we daar woonde was ik nog druk bezig met het schrijven van mijn masterscriptie, maar toen ik in oktober klaar was, merkte ik dat ik me vaak alleen voelde. Mijn vriend is namelijk zeeman en is dus heel vaak weg. Vaak is hij 3 weken op zee en 3 weken thuis. Ik kende nog niemand in het dorp, mijn familie woont in Leiden, schoonfamilie in Zeeland en mijn vriendinnen waren na mijn studententijd door heel Nederland uitgevlogen. Ik voelde me wel alleen maar voelde me niet hulpbehoevend. Ik dacht : 'er zijn mensen die écht hulp nodig hebben' of 'ik ben gezond dus ik kan helpen'. Ik vond dat ik mezelf niet als slachtoffer kon zien dus meldde ik me aan voor vrijwilligerswerk in de buurt. Ik ging aan de slag bij de Zonnebloem zodat ik voor mezelf in ieder geval af en toe een uitje had. Ik hielp eenzame ouderen, leerde het dorp kennen, ging op huisbezoeken en hielp met activiteiten. Dat ging heel goed. Ik leerde gelijk twee super leuke dametjes kennen waar ik leuk mee kan kletsen en regelmatig dingen mee onderneem. Sommige ouderen en mede-vrijwilligers wonen al 50 jaar in het dorp, zijn hier geboren en getogen en kunnen me veel vertellen over het dorp, dat is ook altijd heel leuk! In januari kreeg ik een baan en werd mijn leven weer wat voller. Ik hielp in mijn vrije tijd bij de Zonnebloem en was 40 uur per week lekker bezig met mijn nieuwe baan. Maar toen kwam de coronacrisis natuurlijk al snel om de hoek kijken. Ik moest opeens thuiswerken, alle activiteiten met de ouderen van de Zonnebloem gingen niet meer door, mijn vriend kon wel gewoon werken dus was veel weg, en daar zat ik weer: alleen thuis. Toen ben ik kletsmaatje geworden van een Syrisch meisje van mijn leeftijd. Ik heb zelf culturele antropologie gestudeerd en dacht: 'waarom ook niet?'. Ik vind het echt heel mooi om andere culturen en leefwijzen te leren kennen en meer te horen over wat zij heeft meegemaakt. Ze is op het moment bezig met haar procedure om een verblijfsvergunning te krijgen en daar help ik haar mee. Af en toe oefenen we de taal, soms hebben we het over hoe ze gevlucht is en hoe dat voor haar was, een andere keer stuur ik haar kapsalon en hutspot gerechten door via de app. Ook vind je altijd wel iets om over te praten. Zo gaat zij volgend jaar trouwen, en ik ook. Dus dan hebben we het over onze jurken of ringen. We hebben het over onze trouwjurken en ringen Ik woon nu anderhalf jaar in mijn nieuwe huisje en het gaat nog steeds langzaam om nieuwe mensen te leren kennen. We hebben wel een buurthuis in het dorp maar dat heeft nogal een imagoprobleempje. Het dient deels als dagopvang voor ouderen en jongeren zijn er dan ook niet te vinden. Met mijn vriendinnen hebben we het er eigenlijk niet over dit soort dingen. Waarom weet ik eigenlijk niet. Iedereen gaat gewoon zijn eigen gangetje. Ik vind het dan toch een beetje spannend om het erover te hebben en denk vaak wat andere mensen wel niet van me moeten denken? Maar ik zou iedereen aanraden om vrijwilligerswerk te doen en die drempel van "spannend" toch te nemen. Ik ben nog nooit slecht ontvangen en ook al zijn alle vrijwilligers 60+, ze zijn vast en zeker blij met de extra hulp. Zo kom ik nu af en toe mensen tegen in de supermarkt die ik ken en hadden we laatst een buurt-bbq. Hopelijk leer ik binnenkort nog meer mensen kennen uit de buurt. Deel deze verhalen en inspireer anderen om ook te helpen! Facebook Twitter LinkedIn Whatsapp Forward
Lees het verhaal