Korenmolen De Lelie blijft draaien
Enthousiaste groep vrijwilligers houdt samen Korenmolen De Lelie draaiende
Door Marloes Nijland
Wanneer ik op een regenachtige woensdagmiddag aan kom fietsen bij molen De Lelie, staat het welkomstcomité al voor me klaar bij de ingang. Hier word ik gastvrij ontvangen door Fer van Bergen, vrijwilliger en secretaris van de Stichting Molen “De Lelie”. Vrijwilliger Huub zit binnen aan tafel en terwijl Fer me meer vertelt over de groep, zorgt Huub voor de koffie. Al vrij snel is me duidelijk: de Lelie is een fijne plek waar vrijwilligers alles doen om de molen draaiende te houden. Letterlijk en figuurlijk.
Bij De Lelie is een groep van 14 vrijwilligers betrokken. Samen zorgen zij o.a. voor het onderhoud aan de molen, het ontvangen van groepen voor rondleidingen en het verkopen van streekproducten in hun winkel. De stichting ontvangt geen subsidie, dus is het hard werken om de molen in stand te houden. Maar dat is voor deze groep vrijwilligers een kleine moeite. De molen is een geliefde plek en iedereen levert vanuit zijn eigen achtergrond en interesse een bijdrage. Zo coördineert Huub vanuit zijn technische kennis het onderhoud dat aan de molen plaatsvindt. En dat is op dit moment nogal wat.
“Koop een plank voor 100 euro!”
Flinke klus: vernieuwing van de stelling
De stelling aan de buitenkant van de molen wordt vernieuwd. Dit doen de vrijwilligers zelf. Het hout moeten ze wel betalen, maar de manuren zijn zo gratis. Daarmee sparen ze een hoop geld uit. Het werk begon met 10 liggende balken, en groeide vanwege de slechte staat van de constructie van de stelling uit tot de vernieuwing van alle 36 liggers. Nu zijn ze druk bezig met het vervangen van de schoren en 12 vakken met ieder 17 stellingplanken. Huub laat me vanaf de eerste verdieping van de molen zien hoe dat eruitziet. Een groot verschil! Het moet de molen veiliger maken en een nog mooier aanzicht geven.
Voor de renovatie dachten de vrijwilligers eigenhandig samen een plan uit, dat ze ter goedkeuring voorlegden aan een ervaren bouwkundige. Die was onder de indruk van wat ze zelf hadden uitgedacht.
Voor de financiering bedachten ze wat nieuws: “Koop een plank voor 100 euro!” Boven verwachting hebben ze op deze manier nu symbolisch 100 planken ‘verkocht’. Dit was voldoende om alle stellingplanken te kunnen kopen. Er zijn veel mensen die de Molen een warm hart toedragen, zo merk ik uit het gesprek.
Van akker tot bakker
Even terug naar wat er in De Lelie eigenlijk gebeurt. De molen doet weer zijn dienst als korenmolen. De vrijwilligers produceren hier namelijk hun eigen streekproducten, zoals meel, muesli en zelfs bloem. De molen maalt op de ambachtelijke wijze zijn meel tussen de molenstenen, gebruikmakend van de wind. Het ambacht van de molenaar is sinds kort ook opgenomen in de Wereld Erfgoed lijst. De molen heeft hier vernuftige installaties voor, laat Huub me zien. Het blijkt een mooi systeem, dat er ook nog eens voor zorgt dat niets verloren gaat. De tarwe komt van boer Jac Verhulst uit Etten-Leur, die biologisch teelt zonder kunstmest of bestrijdingsmiddelen.
Blijft er bij de molen restafval over na het productieproces, dan gaat dat terug naar de Hillekenshoeve van boer Jac als veevoer. Zo is de cirkel rond.

Verkoop van eigen streekproducten
Wat de molen produceert, verkopen ze zelf in de winkel in de molen. Bakkerij Elias verkoopt dit ook in hun winkel en zij bakken er molenbrood van. Ook wordt het afgenomen door bedrijven als de Menmoerhoeve en pannenkoekenrestaurant de Hooge Neer. Die laatste liggen door de coronamaatregelen helemaal stil. En dat heeft natuurlijk zijn weerslag op Molen de Lelie. Maar deze groep vrijwilligers gaat niet bij de pakken neer zitten!

Minder bezoekers in coronatijd
Er is niet alleen een deel van de verkoop voor de molen weggevallen. Ook de workshops en rondleidingen die de stichting normaal in de molen organiseert, zijn tijdelijk stilgelegd. De molen is niet groot genoeg voor groepen in deze tijd en een groot deel van de vrijwilligers valt nu eenmaal in de risicogroep. Daarom kon het lesprogramma voor scholen, waar ze net de pilot van achter de rug hadden, ook niet doorgaan.
Normaal gesproken ontvangt de molen zo’n 2.000 bezoekers per jaar. Op de normale openingsdagen, maar ook tijdens festiviteiten zoals Koningsdag, Havenfeesten, Molendagen en Open Monumentendag. De Lelie is dan een plek van komen en gaan van mensen. Het is voor de vrijwilligers moeilijk dat juist het allerleukste, mensen ontvangen en ontmoeten, nu even in mindere mate kan.
Er is ook een positieve kant: nieuwe plannen
Ja, het is een lastige periode, maar die gaf tegelijkertijd ruimte voor nieuwe ideeën. Zo is de lay-out van de verpakking van de meel en muesli veranderd, laat Fer me tegen het einde van ons gesprek zien. Door die lay-out, met bijvoorbeeld stickers in plaats van nietje, kunnen de producten zelfs in de supermarkt belanden. Dat zou natuurlijk fantastisch zijn! Dan komen nog meer mensen in aanraking met deze producten. Zo kunnen de vrijwilligers de Molen zeker in stand houden.
Molen de Lelie heeft inmiddels een grote vaste klantenkring. Dat is leuk om te horen, want de mensen komen zelfs uit Wouw, Huijbergen en Ridderkerk! Zelf koop ik meteen een pak muesli en pannenkoekenmeel. Als dat bevalt (en dat lijkt me wel), kom ik zeker weten vaker langs, als klant.
Vrijwilliger worden?
Wie zelf vrijwilligerswerk bij Molen de Lelie wil doen, is altijd welkom. Dat begint met een goed gesprek om te zien wat je zelf wilt en of je in het team past. Dat laatste is belangrijk, het moet van twee kanten goed voelen. De stichting wil vooral dat de molen een fijne plek is voor elke vrijwilliger, waar ze de handen uit de mouwen kunnen steken én samen ontspannen.

De Molen financieel steunen?
De winkel in de molen is elke woensdag- en zaterdagmiddag van 12.00 tot 16.00 uur geopend. Hier vind je de producten zoals meel voor brood of pannenkoeken, muesli en appeltaartmix. Allemaal in de molen zelf gemaakt. Je vindt deze producten ook in de boerderijwinkels van Groenten van de Boer (Attelakenseweg 8), Luijkx (Oude Koekoekweg 20) en Lauwerijssen (Lage Vaartkant 25).
Stap het taalhuis binnen
Stap het taalhuis binnen SINT WILLEBRORD - Marco Albers uit Sint Willebrord vond het lastig om te lezen en te schrijven. "Ik heb er eigenlijk altijd moeite mee gehad, maar ik merk dat je het steeds vaker nodig hebt." Ook wist hij niet zo goed waar hij kon worden geholpen om deze vaardigheden te leren. Een jaar geleden startte hij in een nieuwe baan als hovenier bij de gemeente Etten-Leur. Collega’s zagen dat hij moeite had met lezen en schrijven en gaven hem een duwtje om ermee aan de slag te gaan. Hij stapte daarom binnen bij het Taalhuis in de Nieuwe Nobelaer. DOOR MONIQUE JANSEN In het Taalhuis werd Marco gekoppeld aan vrijwilliger Jac de Bruin, een gepensioneerd docent Nederlands. Tussen de twee ontstond meteen een klik. "Ik heb Marco gevraagd om vanuit huis iets mee te nemen wat hij moeilijk kon lezen. Hij nam het duivenblad mee, we bleken allebei een passie voor de duivensport te brengen", vertelt Jac. Het duivenblad was inderdaad lastig om te begrijpen. Daarom begonnen Marco en Jac met het lezen van Nederlands op het laagste niveau. "We kijken niet alleen naar lezen, maar ook naar het begrijpen van een zin", legt Jac uit. Marco maakte al snel vorderingen. In de tussentijd klom hij drie niveaus hoger! Wekelijks komen Marco en Jac bij elkaar in het Taalhuis voor leesoefeningen en uitleg. Tussendoor traint Marco op de computer. Hij vindt het nu wel leuk om taal te oefenen. Voor Marco is het extra lastig, omdat hij last heeft van dyslexie. In zijn schooltijd werd daar geen rekening mee gehouden. Daarom moest hij echt een drempel over. Vanaf maart tot aan de zomer lagen de activiteiten van het Taalhuis gedeeltelijk stil door de coronacrisis. In de tussentijd oefende Marco thuis. Ook had hij contact met Jac via beeldbellen. Marco begon met de lessen, omdat hij zichzelf graag beter wil redden. Daarnaast vindt hij het belangrijk om zijn nu driejarige zoon Teun te kunnen voorlezen en later te kunnen helpen bij het maken van huiswerk. In de coronatijd las Marco voor het eerst zelf voor aan Teun. Jac kon dit moment volgen via de telefoon. "Ik vond het prachtig om te zien. Daar doe je het allemaal voor!" Inmiddels staat Marco voor een nieuwe uitdaging. Hij start met het opnieuw leren schrijven: "Op dit moment laat ik bijvoorbeeld mijn vrouw formulieren invullen. Dat wil ik straks graag zelf kunnen. Ook zou ik graag een langere app willen versturen in plaats van alleen een kort bericht." Marco kan inmiddels veel meer: "Zo heb ik ook mijn eerste boek gelezen. Vroeger vond ik lezen niet leuk, maar dat kwam omdat ik het niet snapte." Hij roept anderen op die ook moeite hebben met lezen en schrijven om bij het Taalhuis om hulp te vragen: "Je wereld wordt er zoveel groter van." Taalhuis Het Taalhuis wil graag nog meer mensen bereiken die moeite hebben met lezen en schrijven. "Wij kunnen ze helpen met oefenen of verwijzen voor bijvoorbeeld een cursus bij Curio", vertelt taalhuiscoördinator Karin Florie. In de week van het Lezen en Schrijven is er extra aandacht voor deze groep. Dat gebeurt maandag 7 september met een wandeling langs een aantal minibiebs van Etten-Leur, woensdag 9 september met 'Op de Koffie'bij Marco en Kamila vanaf 11.00 uur vertellen over het leren van de taal in de bibliotheek en donderdag 10 september met lancering van het App-café. Deel deze verhalen en inspireer anderen om ook te helpen! Facebook Twitter LinkedIn Whatsapp Forward
Lees het verhaal